Notes: |
-Personne | Eduardus woonde in een kleine hofstede in de Marquettestraat te Deerlijk (nu Gaverstraat ). In 1940 verdwijnt het huis van de bevolkingsregisters en ca. 1970 werd het perceel bedolven onder het taluud van de E17. Sinds 1730 was het bewoond door de voorouders van Eduard. Eerst was er Petrus Benoit (12ab), geboren te Beveren-Leie, die door zijn huwelijk met de Deerlijkse Catharina Vandekerckhove de stichter werd van de Deerlijkse Tak. Na Petrus kwamen ook Carel (12ac) en Andreas (12ad) naar Deerlijk. De drie broers vormden meteen een goede start voor een blijvende aanwezigheid van de familie te Deerlijk. In 1790 was het huisje in de Marquettestraat overgegaan op Franciscus Benoit (13ae) en vóór 1846 op Petrus Benoit fs. Frans (14ai). In 1809 had Franciscus het huis gekocht van de weduwe Morel, erfgename van Charles-Louis Moerman d’ Harelbeke. In 1846 staat het huis op naam van de kinderen van Petrus Benoit; o.a. Eduardus. In het bevolkingregister van 1866 is het huis bewoond door negen personen: Eduardus Benoit en zijn gezin; Francis Benoit en Andries Benoit, zijn broers; Francis Devos, vermoedelijk zijn schoonbroer en Augusta Voet, mogelijks het dienstmeisje. Na de dood van Eduardus trouwde Ursula met Angelus Wittevrongel. Ze woonden samen in haar huis tot Usula in 1902 overleed. Daarna wordt het bewoond door Romanus Coopman, vanaf 1920 door Joannes Coopman en tot 1928 door melkboer Jules Delabie. In 1931 wordt het huis in tweewoonst getrokken en veranderde van kleine hoeve in twee arbeiderswoningen. De laatste bewoners waren Gentil Depraetere en Maurice Devos.
Bronnen: R.A.K., G.A.D., nrs. 1, 13, 220, 222, 224, 225-230, 2007, 2008, en de bevolkingsregisters. |
| | -Décès | Hij werd 51 jaar oud |
| | -Relation | Hij trouwde op 46-jarige leeftijd, zij was er 31 |
|