| Notes: |
| -Personne | Carel Benoot was de oudste zoon uit het tweede huwelijk van Joos en Janneke de Backere. Door het vroeg overlijden van zijn halfbroer Jan werd hij de voornaamste erfgenaam. Samen met zijn broer Pieter groeide hij op in de moeilijke periode van de godsdienstoorlogen. Zijn vader stierf toen hij ongeveer 10 jaar oud was. We veronderstellen dat zijn moeder dan vluchtte met haar kinderen bij haar familie in de Brabantstraat.
In 1594 werd Carel voogd van zijn jongere broer Pieter, ter vervanging van Willem de Backere, hun oom. In hetzelfde jaar verkocht hij nog het leen Feysins te Waregem. Het was één van de lenen verworven door Jan Benoot, zijn grootvader. Van de 50 ha. familiebezit omstreeks 1580 was in 10 jaar tijd ten minste 80% verkocht. Het geboortehuis van Carel (nu Kievitstraat 1), het leen Quintins en de heerlijkheid Quintins was het enige wat hun nog restte.
Rond 1600 pachtten Carel en Pieter het Goed ter Moten te Anzegem. Een pachtgoed op het leen Wulfskerke, afhankelijk van Heemsrode en bezit van de familie van Lummene. Anthuenis de Schietere, de baljuw van Heemsrode, was verwant met de Benoots en eveneens met de familie de Backere. Waarschijnlijk heeft hij het pachtcontract kunnen regelen voor Carel en Pieter. Bij Ter Moten behoorde de watermolen Wulfskerke (Kleine Leiestraat, Anzegem), nu de enige nog werkende watermolen van West-Vlaanderen.
In 1603 verhuisde Carel naar het Goed ter Triest in Wielsbeke (zie kaart), eveneens bezit van de familie van Lummene. Het Goed ter Triest is onlangs volledig gesloopt voor de aanleg van een nieuwe woonwijk ten oosten van het kasteel Hernieuwenburg. Wellicht was zijn eerste vrouw, wiens naam we niet konden terugvinden, gestorven te Anzegem en huwde hij met de pachteres van Ter Triest.
Daarnaast pachtte hij nog een stuk van 6 bunders (6 hectaren) rentegrond afhankelijk van de heerlijkheid Bellegem in Waregem die grensde aan zijn hofstede.
Carel die nu weer binnen de kasseIrij Kortrijk woonde hernieuwde zijn poorterschap niet maar zijn testament werd toch opgenomen in het weesregister. Zelfs het origineel (Staat van Goed) opgemaakt in het sterfhuis, is bewaard gebleven in het archief van de Wezenkamer te Kortrijk.
Enkele fragmenten uit de staat van Goed van Carel Benoot (+ mei 1613).
=============================================
I. De Baeten.
a. Grondbezit.
Eerst behoorde den overledenen toe een leen ghenaempt Quintins groot drie bunderen ofte daerontrent ligghende inde prochie van Wareghem ghehouden van Poteghem.
Het leen te Quintins dat nu met den overlijden vanden defunckten carel benoot ghesucedeert es op Jooskin benoot fs. Carels sijnen outsten zoone van zijn eerste huwelyck.
uit onderzoek bleek dat het leen te Quintins niet gehouden (= afhankelijk van) was van Potegem maar wel van Eertbrugge. De heerlijkheid Eertbrugge was wel bezit van de heer van Potegem, vandaar de verwarring. In de kerkrekeningen hadden we kunnen vaststellen dat Joos en Jan Benoot de vorige bezitters waren van Quintins. Dit was de eerste aanwijzing dat Jan Benoot [36] de grootvader was van Carel en Pieter.
Joos Benoot fs. Carel, erfgenaam van Quintins, overleed vóór juli 1622 en Quintins ging naar Jan, de oudste zoon van het tweede huwelijk. Jan verkocht de heerlijkheid in 1640 aan Jonkheer Jan vander Speeter, heer van Eeklo. Jan woonde toen in Harelbeke. Hij was gehuwd met Catharina Baert (?Beel) en had drie dochters en één zoon. In de tiende generatie vonden we alsnog geen afstammelingen van Carel Benoot.
b. Inboedel.
Een scapra (voorraadkast), een schotelvat, een zetele, een
spinnewiel, erden schotels, telyooren, vierpannen, een wafelyser, een troch, een vleescupe, ...
In de slaepcamere een coetse met een bedde gestoffeert.
De kinderslaepinghe ende slaepinghe inden pertstal en schapstal.
Op de solder: ghedoschen taruwe, rogghe, havere en raeptzaet.
c. De beesten.
Twee paarden, 10 koeien, 134 schapen (bers, bey ten ende jarlynghen), 1 zwijn en 18 kippen.
d. De waarde van de vruchten (zaad), mest en bewerking van de akkers.
--------------------------------------------------------------------
Item noch op den coutere oost den dreven besaeyt met schaepgraen en vitsen groot XXIII C lants ghelabuert twee vooren ende ghepresen voor dricht ende zaet tot .....
Item noch op den zelfden couter besaeyt met vijf pinten lijnsaet het tzelven ghepresen dricht ende zaet ...
e. Te goed van derden.
Item noch es schuldigh Joos Kindt fs. Anthuenis in Sente Baafs Vijfve over de coop van schaepen ....
Item noch es schuldich Jan Vinckier van ghelende ghelde ...
II Schulden.
Eerst men es schuldig an Joncheer Gherart van Lummene van leeninghen ...
Item noch es men schuldich an dezelven heer van een jaer pacht ...
III Slot.
Somme totallys vande lasten bedracht tot .......... 1196-14-00 PP.
Ende baeten hiervooren bedracht tot ...................4936-13-06 PP.
Blijft zuivere tot .................................................3738-19-06 PP.
Ghedeelt in twee compt over de vijf weesen tot ...1869-09-09 PP.
(de helft, want andere helft was voor de weduwe.)
In vijfvin elcke weese tot .................................. 373-17-11 PP.
Desen staedt aldus ghemaeckt ten jaere ende daegh als voornoemd by ons Fransoeys de Smet ende Carel van Godthem ...
Bronnen:
R.A.K., wezerij, reg. 65, Losse Staten, R.A.K., Wezerij, reg. 69 Wielsbeke fO 1 R.A.K., Wezerij, reg. 69 Wielsbeke fO 2 R.A.K., Wezerij, reg. 69, Losse Staten, Wielsbeke.
R.A.K., Wezerij, reg. 93 Waregem fO 8.
R.A.K., Scabinale, nr. 54 fO 148 voo
R.A.K., Fonds de Plotho, nr. 428.
R.A.K., Fonds de Plotho, nr. 425 fO 53.
R.A.K., Fonds de Plotho, nr. 409, los na fO 7.
R.A.K., wezerij, Voogdijboek 1591-97.
R.A.K., Wezerij, Legger 1580-1584 fO 98.
R.A.K., Wezerij, Legger 1591-1596.
R.A.K., Wezerij, Voogdijboek 222, Caneghem fO 1 VO en 2vo. S.A.O., Acten en Contracten, nr. 73 fO 15 ra.
S.A.O., Acten en Contracten, nr. 31 fO 154.
S.A.O., Acten en Contracten, nr. 41 fO 81 rO.
R.A.G., Kervijn de Volkaertsbeke, nr. 3430.
R.A.K., Parochieregisters, Waregem anno 1610.
R.A.R., K.A.O., nr. 1239 en 1241.
R. CASTELAlN, De eigenaars en de uitbaters van Wulfskerke, in De Gaverstreke, IX p. 127. |
| | | | -Décès | Hij werd 43 jaar oud |
|
