Benoot, Petrus
SexeMasculin
Âge60 of 61
1460 à Waregem
Décédé 1521 à Waregem
Inhumé
Professionlandbouwer - kerkmeester
PèreManoot, Olivier
MèreTac, ?
  
Soeur Josyne
Soeur Jane
Frère Jan (8)
Mariage 1490 à Waregem?
avecWaelkens, Joanna
Enfants: (4) Tannekin
Joosyne
Joannes (5)
Joos
Notes:
-DécèsHij werd 61 jaar oud
  
-Relation Hij trouwde op 30-jarige leeftijd, zij was er 28
Pieter werd geboren ca. 1460 als zoon van Olivier Mannoot. Hij bracht zijn jeugd door op de hoeve niet ver van de Gentse Heerweg. De heerweg door Waregem was een alternatief voor de heerweg van Rijsel naar Gent langs de Leie. Als de weg over Sint-Eloois-Vijve te zompig was kon men de zandruggen volgen over Deerlijk, Waregem, Zulte tot Gent. Zodoende was er voor Pieter, in de omgeving van zijn geboortehuis, toch één en ander te beleven. Wellicht was hij ook getuige van de jachtpartijen georganiseerd door de baron van Ingelmunster. Het zuidoosten van Waregem, tegen de grens van Anzegem, Wortegem en Nokere was nog ongerepte natuur met bossen en heide. We mogen aannemen dat Pieter in de wintermaanden wat lessen volgde bij de koster om te leren lezen. Schrijven was minder belangrijk want dat was toch het werk van de griffier.
Pieter huwde ca. 1490 met Jane Waelckins, dochter van Karel, en vestigde zich wat verder in de Drogenboomstraat. Hoe hij de hoeve had verworven konden we echter niet achterhalen. Wel weten we dat zijn vrouw heel wat grond erfde o.a. het leen Quintins en enkele percelen die in 1491 nog bezit waren van Karel Waelkins en belast waren met 7 ellen lynwade ten voordele van de Armendis van Waregem. In de rekening van 1507, de eerstvolgende bewaarde rekening, is Peter Manoet de nieuwe eigenaar. In 1518 nog steeds Pieter Menoet. Gezien Jane ook leengoederen erfde was zij de voornaamste of enige erfgenaam van Karel. Pientere Pieter zal het ook wel geweten hebben.
Het leen Quintins was 5 ha. groot en lag langs de Drogenboomstraat. Later heeft Pieter nog andere lenen gekocht of geërfd.
Van één van die lenen vonden we een beschrijving (denombrement) in het archief van Brussel. Onderaan het perkament hangt zijn zegel in groene was. Het wapenschild, twee rozen boven een ster, is omcirkeld met een lauwerkrans waarrond de naam van de eigenaar, Pieter Manout. Het is echter moeilijk te achterhalen of de letter ’u’ wel oorspronkelijk is. Het kan even goed een beschadigde letter ’0’ zijn. De zegel vertoont evenwel geen familiewapen want volgens Dr. E. Warlop hebben de figuren geen persoonlijke betekenis.

Door zijn erfenissen en aankopen kon Pieter zijn bezit uitbreiden tot ongeveer 40 ha. De meeste gronden waren gelegen ten oosten van zijn hoeve tussen de Zultseweg en de Kruishoutemseweg (zie kaart). Na het overlijden van Joos, de tweede zoon, werd het goed verdeeld onder de overlevende drie kinderen. Jossine, de jongste dochter kreeg nog ca. 13 ha. Jan, die als oudste zoon waarschijnlijk alle lenen erfde, zal dus minstens 20 ha. gekregen hebben. Meer dan een goeie start natuurlijk.
Met dit bezit behoorde Pieter tot de topklasse van Waregem. Hij was heel waarschijnlijk lid van de kerkfabriek, de armendis en van enkele schepenbanken te Waregem en Zulte. Al deze functies hadden het voordeel dat hij goed op de hoogte was van een eventueel winstgevend zaakje of van een gunstkoopje. Op de hoeve had hij ongetwijfeld verschillende knechten en meiden en hij had dus de tijd om met ’belangrijke’ zaken bezig te zijn. De grote boeren traden ook op als bankiers voor de armen, verhuurden hun trekpaarden, verkochten landbouwproducten en traden soms op als tussenpersoon voor de thuiswevers. Met deze sprong op de sociale ladder kon Pieter zijn kinderen uithuwelijken binnen zijn nieuw verworven stand. De kinderen waren dus ’met hun gat in de boter gevallen’.
Bij zijn dood in 1521 schonk hij een akker van 1 ha. aan de armendis van Waregem. Met de opbrengst daarvan werd een jaarmis (jaargetijde) opgedragen voor zijn zielezaligheid op ’swoensdaechs voor pallem sondach’.
Het perceel lag in de Hongerstraat en werd ’den thos’ genoemd. In 1530 werd het verhuurd aan Pieter van Meenen voor 48 schellingen. Daarop won de armendis 6 schellingen want de jaargetijde kostte slechts 42 schellingen. De kosten waren alsvolgt verdeeld: 8 s. voor de pastoor, 6 s. voor de koster, twee maal 4 s. voor de kapelaans, 4 s. voor de kaarsen en 16 s. voor de brooduitdeling aan de armen. Na verloop van tijd werd de jaarmis afgeschaft maar de grond bleef bezit van de armendis. Of de schenking voldoende was om sint Pieter te passeren staat niet in de documenten.

Bronnen:
R.A.K., wezerij, reg. 40 fO 2 rO, fO 4 rO en fO 4 vO• Drie
testamenten van Pieter Benoot: a. bij + van Pieter 1521, b. bij + Jane Waelkins in 1529 en c. bij + van zoon Joos in 1528.
Archief van de Gaverstreke, Fiches van de Kerkrekeningen.
Archief van de Gaverstreke, Fiches van de Disrekeningen.
R.A.K., Kerkfabriek Waregem, nr. 6 en 8. Kerkrekening.
A.R.A., Wettachtige Kamer, nr. 2136. Denombrement met zegel.
R.A.K., Fonds de Plotho, nrs. 3167, 3343, 3344, 3349. Disrekeningen. R.A.K., Fonds de Plotho nr. 147. Renteboek Zaubeke 1505.
R.A.K., verschillende documenten in wezerij en Acten en Contracten i.v.m. voogdij, leningen en borgstellingen.
Référence431
Date31-08-2024