| -Relation | Olivier werd geboren te Waregem ca. 1430 en huwde er ca. 1450 met een dochter van Olivier Tac. Bij zijn overlijden werd geen weesakte opgesteld omdat alle kinderen reeds meerderjarig waren of gehuwd. We mogen dus gerust aannemen dat Olivier ouder werd dan 60 jaar. Hij heeft dus het genoegen gekend om zijn kleinkinderen te zien opgroeien. Dit was toen vrij uitzonderlijk. In dit lange leven kon hij zijn bezit en zijn sociale status fel verbeteren. Vanaf Olivier vinden we onze stamvaders dan ook bij de notabelen van het dorp. In 1491/92 was hij dismeester van Waregem en ongetwijfeld ook schepen van de heerlijkheid Eertbrugge. Van die heerlijkheid bezat hij een klein achterleen, niet ver van zijn hofstede. De lenen waren niet belast met een jaarlijkse grondlast zoals de rentegronden, maar de successierechten op de lenen waren wel duidelijk hoger. Op het denombrement - een beschrijving van het leen - dat we terugvonden te Brussel, staat in de marge vermeld dat het werd geërfd door Pieter Manoot, zoon van Olivier. Aanvankelijk was het zo dat alle leengoederen van de ouders naar de oudste zoon gingen, later werd dit recht afgezwakt en kon de oudste nog slechts 2/3 opeisen. De hofstede van Olivier kunnen we precies localiseren dank zij de disrekeningen. De hoeve was belast met een jaarlijkse taks t.v.v. de armendis van Waregem. In 1491 en 1492 moest Olivier dus zijn eigen taks innen want hijzelf was dismeester. In het perceel waar de hoeve stond is nu de Eertbruggestraat aangelegd. Een boogscheut verder lag de vierschaar van de heerlijkheid Eertbrugge zodat hij na een vergadering van de schepenen heel vlug thuis kon zijn. Maar wellicht ging hij nog eens mee naar de Sterre op de Keukeldam of naar de Zwane op de plaatse om een slaapmutske te drinken. De hofstede ging na zijn dood naar zijn schoonzoon Arent Baervoet bij wie hij vermoedelijk tot aan zijn dood bleef inwonen. Dankzij de verworven sociale status kon Olivier zijn kinderen uithuwelijken met een welstellende partner. Zo hadden de kinderen ook van de schoonouders wat te verwachten. Vooral Pieter [29] zal de ambitie van zijn vader verder zetten en zo toetreden tot de subtop van Waregem.
Bronnen: R.A.K., Wezerij, reg. 32 fO 151 rO. R.A.K., Wezerij, reg. 33 fO 91 vO. R.A.K., Wezerij, reg. 36 fO 237 rO. R.A.K., weesgeld, aO 1463. R.A.K., Acten en Contracten, aO 1461 fO 97 ra. A.R,A., Wetachtige Kamer, nr. 2125. R.A.R., S.A.O., nr. 2999. R.A.K., Scabinale, reeks 1, nr. 54 (1616-1796). R.A.K., Fonds de Plotho, nr. 3167. |
|